Mijn opa en oma zijn beide geboren in 1930. Ze hebben elkaar leren kennen op een dansavond. Mijn oma nam haar toenmalige vriendje mee en mijn opa zijn meisje. Ze kwamen elkaar tegen en aan het einde van de avond is mijn opa met mijn oma mee naar huis gegaan. Sinds die dag hadden ze verkering. Hoe leuk is dat? Ze zijn bij elkaar gebleven en trouwden al snel. Ze kregen kinderen, kleinkinderen en achter kleinkinderen. Mijn opa had een baan in de verzekeringen, mijn oma werkte als huishoudelijke hulp.
Gescheiden door Alzheimer.
Nu jaren later hebben ze beide Alzheimer. Mijn oma heeft soms waanbeelden. Dan ziet ze dingen die er niet zijn. Zo had ze een keer een hondje in huis. Nou ja, zij zag het hondje, mijn dochter en ik niet. Ze vraagt me wel eens wat er aan de hand is. “Nou, oma heeft Alzheimer. Dan vergeet ze steeds vaker dingen en ze ziet soms ook dingen die er eigenlijk niet zijn”. “O, ok”, zei ze.Tja hoe het precies werkt met die waanbeelden weet ik ook niet. Het kan diverse redenen hebben. Maar goed. Mijn oma is via de crisisopvang (het ging zelfstandig niet meer) ook in een tehuis gekomen. Mijn opa is al eerder naar een ander tehuis verhuist, dicht bij mij in de buurt. Oma woont nu wat verder weg, maar heeft het daar goed naar haar zin.
Na 65 jaar huwelijk wonen ze nu apart. Raar idee wel. Je trouwt om voor eeuwig bij elkaar te blijven, maar door zoiets als crisisopname is ze uiteindelijk op een heel andere plek gekomen en woont ze nu alleen. Wel met allemaal andere mensen op een unit, maar toch.
Mijn opa woont ook op zo’n unit maar beseft dat eigenlijk allemaal niet zo meer. Hij weet nog wel wie oma is, maar is gewoon al verder in zijn dementie. Ik heb een hondje voor hem gekocht. Een speelgoedhondje, een real life pet. Het beestje ligt op een kussentje en “ademt”. Hij aait het beestje graag. Hij denkt dat het echt is. En het doet hem denken aan de honden die ze zelf ooit hebben gehad.
Als ik mijn oma ophaal voor een bezoekje aan mijn opa, dan zie ik haar altijd kijken met een blik van: die hond is nep, dat weet je toch wel?
Zwijgen.
Maar ze zegt het niet. In plaats daarvan speelt ze voor hem het spelletje mee. Opa is dan heel blij en pakt keer op keer haar hand vast. Hij weet nog goed wie ze is. Als ik haar weer naar huis breng en ze afscheid nemen is dat roerend om te zien. Na al die jaren zie je dat ze nog steeds heel veel van elkaar houden. Hij staat op en geeft haar een kus. Hij legt zijn arm op haar schouder. “Tot gauw meissie”, zegt hij. “Tot gauw, goed je best doen he? “, zegt ze. Dan gaan we naar de uitgang. We gaan de gesloten deur door en lopen naar de lift. Ze zwaaien nog een keer naar elkaar door de deur.
Dan stappen we de lift in en we gaan naar huis. Het is zo mooi om te zien hoe twee mensen die al zo lang bij elkaar waren en zoveel samen hebben meegemaakt nog steeds zoveel van elkaar houden, al kunnen ze het niet meer zo duidelijk zeggen. En ze hebben veel meegemaakt…Hun zoon is overleden aan kanker een paar jaar geleden. Ze hebben nooit afscheid kunnen nemen van hem. Hun dochter (mijn moeder) wil hun niet zien, die heeft gebroken met hun. Eigenlijk van alle kleinkinderen ben ik de enige die graag bij ze komt. Maar dat deed ik vroeger ook altijd al. Ik was een echt opa en oma’s kindje. Broers of zussen hebben opa en oma al lang niet meer.
“Ze is mij niet vergeten…”
Het is een paar dagen later. Vandaag ben ik weer bij oma. Ze is vrolijk, druk in de weer met eigenlijk niets. Ze vertelt me dat ze zo blij is met de brief van opa. En ze heeft dus voor opa ook een kaart terug gemaakt. Ze heeft er voor hem ook nog wat ingeschreven. “Wil je die aan pa geven?”, vraagt ze. “Ja,hoor oma, ik ga er straks nog even langs, dan geef ik hem dit gelijk.” zeg ik. Ik pak de kaart aan en stop het in m’n tas. Ze vraagt me verder nog of alles wel goed gaat met opa, of hij genoeg eet en of hij het nog wel eens over haar heeft. Ik vertel haar dat opa een goede eter is en altijd twee keer opschept. Ja, het gaat goed met opa. Maar hij kan niet meer goed onthouden, maar weet nog wel dat je op bezoek geweest bent en dat vond hij heel fijn!
Na nog een derde kopje koffie wordt het tijd om weg te gaan. Even nog langs opa en daarna naar huis. Ik neem afscheid van oma en beloof haar nogmaals de kaart aan opa te geven. Daarna stap ik ook hier door de gesloten deur, zwaai nog even en stap in de lift.
Fietstocht.
Na een fietstochtje van een kwartiertje ben ik bij opa aangekomen. Hij is blij me te zien. En hij verteld me dat hij zo blij is met de hond. “Hij is zo rustig, hij blaft nooit en wil altijd bij me liggen op schoot.” zegt hij. Ik glimlach. “Opa, ik heb een brief voor je, van oma” zeg ik. Ik open mijn tas en geef hem de kaart.
Opa zit op zijn stoel. Hij haalt de kaart uit de enveloppe. “He, die is voor mij”, zegt hij. Hij maakt de kaart open. Hij leest wat ze schreef: “Hallo Bert, hoe gaat het met je? Nu eerst maar het volgende: Hartelijk dank voor de kaart met inhoud. Nu de hartelijke groetjes en een pakkert. Tot ziens hoor.”
Hij vouwt de brief dicht. “Ze is me niet vergeten”, zei hij.
.
Aaaaah ik krijg er gewoon een beetje een brok van in mn keel. Zo apart inderdaad dat je dan niet meer samen kunt zijn. Dat kun je je bijna niet voorstellen
is ook een beetje onwerkelijk. Maar ze beseffen t eigenlijk zelf niet meer op een manier zoals wij dat nog kunnen doen.